|
Als een juweel prijkt het kasteel van Gaasbeek te midden van een veertig hectare groot heuvelachtig park. Deze middeleeuwse burcht kende een bewogen geschiedenis en evolueerde van strategisch bolwerk naar riant buitenverblijf.
De eerste heer van Gaasbeek, Godfried van Leuven, liet omstreeks 1236 een burcht bouwen in het dorp, ten einde Brabant te verdedigen tegen eventuele aanvallen uit Vlaanderen of Henegouwen. Deze versterking werd herhaaldelijk verwoest en geplunderd, maar telkens beschikte men na enige tijd over voldoende middelen voor de wederopbouw. Er verbleven een aantal belangrijke families uit de geschiedenis der Nederlanden, onder andere de Hornes en de Egmonts. De bekendste was graaf Lamoraal van Egmont, die het kasteel kocht in 1565, drie jaar voor zijn dramatische terechtstelling.
Aan de buitenzijde bleef het kasteel een versterkte vesting, maar de gebouwen op de binnenkoer werden in renaissancestijl uitgevoerd. In 1615 werd het domein verkocht aan René de Renesse de Warfusée. Hij herstelde het kasteel en liet verscheidene nieuwe gebouwen oprichten in het park.
Aan het einde van de 17de eeuw werd het kasteel grotendeels verwoest. Vanaf 1887 ging men grootscheeps aan het restaureren en werd het huidige uitzicht van het kasteel bepaald. |